Toetsen: hoe ze (toch) echt leerrendement opleveren
Geschreven door Maykel Kicken, Docent MBO en werkzaam voor Doorloopjes.
Laatst dacht ik: hoeveel tijd besteden we in het onderwijs eigenlijk aan toetsen? En levert toetsen iets op waar je echt wat aan hebt? Mijn vermoeden: nee. Mijn hoop: dat het beter kan. En kijk, dáár zijn dus ook Doorloopjes voor.
Best vaak kom ik er pas ná een methodetoets achter wat mijn NT2-deelnemers eigenlijk nog niet snapten. Ik heb het dan didactisch in de lessen nog niet handig genoeg aangepakt. En bij het bespreken van een toets gaan bij sommige cursisten de oren dicht, de uitleg en toelichting boeit niet en vragen hebben ze al helemaal niet. Het ontbreekt aan kwaliteitsbesef, ze zien een toets als een invuloefening. Invullen, goed of fout en that’s it. Ik vind het moeilijk om te motiveren om telkens kleine verbeteringen na te streven. Ze gaan voor helemaal goed en balen als het fout is.
Daar kwam weer zo’n prachtig woord voorbij; kwaliteitsbesef. Wat moeten we daar nou weer mee? Goed nieuws: er zijn Doorloopjes over kwaliteitsbesef aanwakkeren en didactiek aanscherpen. Twee daarvan komen aan bod in de DigiDate ‘Scherp handig en snel je didactiek aan’ op 22 mei.
Twee Doorloopjes, twee uitdagingen
Tijdens deze DigiDate duiken we samen met Flemming de Graaf en Thijs Risselada in twee Doorloopjes die je didactiek beter maken. Eén van de Doorloopjes die Flemming en Thijs gaan bespreken heet Formatief handelen met een test. Klinkt misschien als een tegenstelling, maar is het allesbehalve. Deze aanpak leert je hoe je een toets zó inzet dat jij en je leerlingen er wijzer van worden. Niet achteraf, maar juist tijdens het leerproces. Denk bijvoorbeeld aan: misvattingen opsporen, zelfreflectie stimuleren en toetsen inzetten als een leermoment.
Het andere Doorloopje is Breng kwaliteitsbesef bij. Want zeg nou zelf, hoe vaak heb jij uitgelegd waar ‘een goed antwoord’ aan moet voldoen? Of wanneer een opdracht echt ‘af’ is? Dit Doorloopje geeft praktische manieren om samen met je leerlingen scherp te krijgen wat kwaliteit betekent. Aan de hand van voorbeelden, gezamenlijke criteria en het inzetten van zelfevaluatie werk je toe naar een klas waarin ‘goed’ niet iets vaags is, maar iets tastbaars. En iedereen bovendien zich ook iets voor kan stellen bij ‘nog beter’. En een klas waarin bovendien een sfeer heerst van kleine haalbare stappen zetten, elkaar daar complimenten voor geven en voor aanmoedigen.
Geen onderwijsgoeroes, wel eerlijke gesprekken
Wat deze DigiDate zo leuk maakt? We gaan niet alleen kijken naar die Doorloopjes, maar ook met elkaar in gesprek. Over wat er lastig is, wat (niet) werkt en hoe je het zelf kunt aanpakken. Flemming en Thijs zijn onderwijsexperts, maar wel van de soort die gewoon zegt: ‘ik liep hier ook tegenaan’. En dat maakt het juist zo waardevol om deze DigiDate bij te wonen. Na afloop weet je meer over wat Doorloopjes zijn, hoe je er mee werkt en specifiek hoe Doorloopjes helpen bij het aanscherpen van je didactiek.
Wanneer, hoe laat, waar?
DigiDate op 22 mei.
Je kunt kiezen uit twee momenten: 15.30 uur of 19.00 uur
Online, dus vanaf je eigen bank, klaslokaal of keukentafel
En – belangrijk – inschrijven is sowieso slim, ook als je nog niet weet of je er live bij kunt zijn. Iedereen die zich aanmeldt, krijgt namelijk een terugkijklink. Kun je op jouw moment terugkijken. Dat past altijd in je agenda, toch?
Kijk eens naar het PASAAN concept:
Hier zijn de vijf stappen van het PASAAN-proces:
- Proberen: Gebruik één Doorloopje per keer en pas het toe in jouw context.
- Aanpassen: Voeg details toe aan de stappen om ze relevanter te maken voor jouw vakinhoud.
- Sleutelen: Pas het Doorloopje aan zodat het beter bij je past, bijvoorbeeld door de volgorde te veranderen.
- Aantal keer oefenen: Breng je aangepaste Doorloopje in de praktijk en evalueer regelmatig.
- Nabespreken: Evalueer de effectiviteit van de strategie op basis van de invloed op het leerproces van de leerlingen.