BOEK 3
3-126 ZOAD-OEFENVRAGEN
3 Inhoud
3-138 DUURZAAM ZELFSTANDIG OEFENEN
3 Inhoud
BOEK 2
2-116 LAAT IEDEREEN NADENKEN
3 Inhoud
2-118 MEERKEUZEVRAGEN
3 Inhoud
2-124 UITLEG OEFENEN
3 Inhoud
2-126 DREMPELS & LEERROUTES
3 Inhoud
2-128 TOENEMENDE MOEILIJKHEIDSGRAAD
3 Inhoud
2-130 FACE IT-LEERSTRATEGIE
2 Inhoud
BOEK 1
1-114 UITGEBREID ONDERVRAGEN
3 Inhoud
1-116 GEBRUIK EEN KENNISOVERZICHT
3 Inhoud
1-118 REPETEREN & PRESENTEREN
3 Inhoud
1-124 CONCRETE VOORBEELDEN
3 Inhoud
1-126 BEGELEIDE OEFENING
3 Inhoud
1-128 ZELFSTANDIG OEFENEN
3 Inhoud
1-124 CONCRETE VOORBEELDEN
Een belangrijke stap in het vormen van gedetailleerde schema’s is het vermogen van leerlingen om vanuit een aantal specifieke concrete voorbeelden verbanden te leggen met algemene regels of abstracte ideeën. Daarnaast is het belangrijk dat ze algemene regels en abstracte ideeën kunnen illustreren aan de hand van concrete voorbeelden. Als lesstof via beide routes kan worden bestudeerd en teruggehaald, vormen leerlingen sterkere schema’s voor de ideeën die op dat moment behandeld worden en worden ze ook beter in het terughalen van die ideeën. Ze bouwen hiermee een dieper geworteld begrip op.
Doorloopje inhoud
0% Gelezen/Gezien
0/3 Activiteiten