Doorloopjes blog #1: Effectief Lesgeven
Geschreven door Hannah Bijlsma, René Kneyber en Jaap Versfelt
Als leraar speel je een essentiële rol in het leerproces van jouw leerlingen. Zonder leraren leren leerlingen ook wel iets, maar veel oppervlakkiger en minder doelgericht en efficiënt dan wanneer leraren hen lesgeven. Als je wilt dat je leerlingen een diepgeworteld begrip van de lesstof opbouwen, dan is het dus van belang te kijken naar wat jij doet tijdens je lessen. Als jouw handelen namelijk aangepast wordt naar effectiever lesgeven, dan zal dit logischerwijs ook effect hebben op het leerproces van jouw leerlingen. Maar wat is dat dan, effectief lesgeven? Wat zegt onderzoek daarover? En hoe kun je je lespraktijk verder versterken? In deze blog vertellen we in een notendop wat effectief lesgeven is en leggen we de link met Dooploopjes, een boek en deze website over wat we weten over kenmerken van effectief lesgeven.
We kunnen effectieve aanpakken en gedragingen van leraren tijdens een les grofweg indelen in zes indicatoren: lesklimaat, klassenmanagement, instructie, afstemming, lesresultaat en zelfregulerend leren.
Een goed lesklimaat in de klas bestaat uit twee elementen: leerlingen voelen zich er veilig en worden gestimuleerd te leren. Om dit lesklimaat te creëren heeft de leraar hoge en positieve verwachtingen van de leerlingen en zorgt de leraar ervoor dat leerlingen zich veilig voelen tijdens de les. De leraar heeft gezag, bepaalt wat er gebeurt tijdens de les en zorgt tegelijkertijd voor een fijne sfeer tijdens de les waarin leerlingen zich gehoord en gezien voelen.
De leraar zorgt voor een ordelijk verloop van de les (klassenmanagement) door duidelijke regels en procedures naar leerlingen te communiceren, relevante consequenties te hanteren en te zorgen voor een duidelijke opbouw/structuur van de les. De leraar zorgt dat de leerlingen betrokken zijn bij de les, luisteren naar wat de leraar (en bijvoorbeeld een klasgenoot) zegt en meedoen met de activiteiten. De lestijd wordt gedurende de les efficiënt benut en er gaat tijdens de les geen tijd verloren aan dingen die niets met het leren van leerlingen te maken hebben.
Bij een duidelijke instructie vertelt de leraar aan het begin van de les wat de leerlingen gaan leren, waarom ze dat gaan leren en komt daar aan het eind van de les op terug. De uitleg is duidelijk voor leerlingen. De lesstof wordt verbaal en visueel gepresenteerd en bovendien aangeboden in kleine, heldere stappen die indien nodig gevisualiseerd worden met behulp van materialen en/of afbeeldingen. Tijdens de instructie stelt de leraar vragen die leerlingen dieper aan het denken zetten. De leraar legt uit waarom een antwoord van leerling goed of fout is. De lesstof sluit aan bij de voorkennis van de leerlingen over het te behandelen onderwerp. Er is tijdens de les voldoende tijd om te oefenen met de lesstof, bijvoorbeeld door tijd in te plannen voor zelfstandige verwerking of het maken van een oefentoets.
Voor het afstemmen op de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen tijdens de les controleert de leraar allereerst of alle leerlingen de lesstof begrepen hebben. Als een leerling het moeilijk vindt, dan helpt de leraar deze leerling. Als een leerling de lesstof al begrijpt, dan laat de leraar moeilijkere opdrachten maken. De leraar zorgt er daarnaast voor dat de les niet te snel en niet te langzaam gaat, bijvoorbeeld door zijn spreektempo aan te passen en met kalmte de onderdelen van de les uit te leggen.
Het lesresultaat wordt bepaald door een indicatie te geven van of de lesstof goed begrepen is door de leerlingen, of de opdrachten goed gemaakt kunnen worden door de leerlingen en of de les leerzaam is geweest (leerlingen hebben iets geleerd tijdens de les). Dit vraagt om een inschatting van de leerlingen zelf.
Het zelfregulerend leren wordt gestimuleerd door leerlingen na te laten denken over wat ze al wel en wat ze nog niet goed snappen en ook handvatten te geven hoe ze dat, wat ze nog niet snappen, vervolgens wel kunnen leren. Het gaat ook over het organiseren van het werk van leerlingen, zodat het leerproces efficiënter kan verlopen.
Deze zes aspecten van effectief lesgeven zijn het onderwerp van het boek Doorloopjes: een visuele ontwerpgids voor leraren dat in maart verscheen. Hierin worden in handige, geïllustreerde stappenplannen getoond hoe je verbeteringen kan maken aan ieder aspect. Op 11 mei is deze website Doorloopjes.nl live gegaan, met daarop korte video’s van Nederlandse en Vlaamse expert-leraren, die handvatten geven hoe je de doorloopjes in jouw klas kunt toepassen.
Als je de Doorloopjes optimaal wilt benutten kun je het beste samen met een of meerdere collega’s jouw lessen goed voorbereiden volgens de principes van effectief lesgeven én ook regelmatig feedback vragen van je collega’s, je leerlingen en van jezelf. Over hoe je je lessen goed voorbereidt en hoe je eenvoudig goede feedback kunt krijgen op die lesaspecten die bijdragen aan het leerproces van leerlingen gaan onze volgende blogs.